Klimaat

De sector heeft het zwaar, maar in Nederland drukken eenzijdige regels ons dieper de crisis in.
Corné Boot
bp-directeur
Mirjam Lems Fotografie.
Bp-directeur Corné Boot luidt de noodklok over het verslechterende Nederlandse investeringsklimaat voor de industrie. Europese afstemming ontbreekt, projecten worden gepauzeerd en concurrentienadeel dreigt. Hij pleit voor een gezamenlijke, Europese aanpak en benadrukt: “Groen moet lonen; begin met de wortel, niet met de stok.”
Corné Boot (bp): “Een sterke industrie in Nederland vraagt om Europees beleid”
De raffinaderijsector bevindt zich in zwaar weer. Investeringsbeslissingen in de industrie, ook in verduurzaming, worden steeds vaker gepauzeerd of teruggedraaid. Hoe kijkt Corné Boot, directeur van bp Nederland, tegen deze zorgelijke ontwikkelingen aan? Wat betekent het voor bp Raffinaderij Rotterdam, een van de grootste raffinaderijen van Europa?

Hoe zorgelijk is de situatie in de industrie?
“Het is geen geheim dat de sector het moeilijk heeft. De problemen spelen in de hele EU, maar in Nederland is het een serieus tandje erger. Mijn grootste zorg is dat onze regelgeving steeds eenzijdig in ons nadeel afwijkt van de andere EU-landen. En ondanks alle rapporten die hierover verschijnen – onlangs nog van PwC – blijkt het kabinet niet in staat dit te veranderen. We moeten ons goed realiseren hoe ernstig de gevolgen daarvan kunnen zijn en hoever dat kan doorsijpelen. bp heeft in Nederland zo’n 2.000 medewerkers, maar kijk je naar indirecte banen dan hebben we het over 14.000.”
Hoe is jullie eigen toekomstperspectief?
“De bp-raffinaderij in het Duitse Gelsenkirchen staat te koop. De raffinaderij in Rotterdam niet, maar we zijn wel bezorgd. Het Nederlandse investeringsklimaat is dermate verslechterd dat we meerdere projecten hebben gepauzeerd, waaronder twee duurzaamheidsprojecten rond groene en blauwe waterstof. Wind op zee is ook een zorgenkindje. De bouwkosten stijgen, terwijl de vraag naar betaalbare groene stroom achterblijft. En dat terwijl offshore wind in mijn ogen hét alternatief is voor fossiele energie. Nederland heeft bovendien alle troeven in handen: we zijn hier goed in en de ondiepe Noordzee, dicht bij industriële hubs, is uitermate geschikt.”
Misschien toch een beetje goed nieuws: de correctiefactor voor waterstof (de raffinageroute) wordt geen 0,4 maar 1.
“Daar zijn we zeker blij mee, want nu lopen we eindelijk in de pas met de rest van de EU. Dat betekent dat dit gebruik even zwaar meetelt voor Europese RFNBO-verplichtingen als direct gebruik in vervoer en je kunt stellen dat daarmee de boete verdwijnt. Maar daarmee zijn we er nog niet. Aan de voorkant moet je er nog wel voor zorgen dat de elektrolyser voldoende stroom krijgt tegen lage nettarieven en aan de achterkant dat er een waterstofpijpleiding ligt met goede voorwaarden.”
Demissionair minister wil actie ondernemen om het Europese speelveld gelijker te trekken. Zijn de beoogde maatregelen toereikend?
“Absoluut niet. De IKC, de Indirecte Kostencompensatie, komt terug, maar de vraag is voor hoelang. En in de kleine lettertjes lees je dat de subsidieregeling vooral voor de kleinere partijen goed uitpakt en niet voor grote raffinaderijen. Een ander aspect is de CO2-heffing. Een Kamermeerderheid heeft onlangs ingestemd met het afschaffen van de Nederlandse CO2-belasting. Daar zijn we blij mee. Nederland hield die als enige land in Europa intact en dat zorgde voor een enorm concurrentienadeel.”
Welk advies heeft u voor het ministerie van KGG?
“Ten eerste: de industrie red je niet met een quick-fix. Dat heeft tijd en een Europese aanpak nodig. Belangrijk is ook dat groen moet lonen. Begin daarom met de wortel en haal de stok er pas bij als partijen echt niet willen bewegen. Bedrijven staan in de rij voor een aansluiting op het stroom-, CO2- en waterstofnet; de wil is er dus wel degelijk. En voor alle plannen en maatregelen geldt: kies de juiste schaal. Doe het bij voorkeur op Europees niveau, maar in ieder geval in samenwerking met de landen of regio’s om ons heen. Denk aan Noordrijn-Westfalen, Antwerpen of de landen rondom de Noordzee. Het is te gek voor woorden dat het Nederlandse energiebeleid zo fors afwijkt van het
Duitse . Energetisch vormen we één landschap, maar als het gaat om regels, eisen en subsidies is het één lappendeken. Dat werkt niet.”