De Elektriciteits- en Gaswet gaan ingrijpend op de schop. Herziening is nodig omdat de huidige wetgeving niet is toegesneden op de overgang naar een CO2-arme energiehuishouding. De nieuwe Energiewet 1.0 zal naar verwachting pas in 2023 van kracht worden. VEMW plaatst enkele kritische kanttekeningen bij de contouren van de wet.
Energiewet 1.0 moet de bestaande Elektriciteits-wet en Gaswet vervangen. De Warmtewet wordt separaat vervangen. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) publiceerde medio dit jaar het werkdocument ‘Contouren van de Energiewet’. Daarin wordt uitgelegd dat zowel de Elektriciteits- als Gaswet onvoldoende rekening houdt met recente ontwikkelingen, zoals een groei-end aandeel hernieuwbare energie, meer grens-overschrijdend transport van gas en elektriciteit, en een toename van decentraal opgewekte energie. De nieuwe wet moet duidelijker en eenvoudiger worden, met minder regeldruk voor burgers en bedrijven en in lijn met Europese regels.
Jacques van de Worp, senior beleidsadviseur van VEMW: “De nieuwe wet moet de energie- en indu-strietransitie faciliteren, en het wettelijke kader vormen voor de overgang naar een koolstofarme economie en samenleving.”
Elektriciteit
Het elektriciteitsnet dreigt in deze transitie een knel-punt te worden, voorziet VEMW, omdat het aanbod en de vraag ingrijpend gaan veranderen. Verduur-zaming leidt tot gedecentraliseerde opwek op nieu-we locaties en elektrificatie van het industriële en huishoudelijke energieverbruik. Beide kunnen niet plaatsvinden zonder voldoende netwerkcapaciteit. Nu al neemt congestie (filevorming op het elek- triciteitsnet) fors toe. Om de snel veranderende vraag- en aanbodpatronen te kunnen faciliteren, moet het elektriciteitsnet worden verzwaard en slimmer worden gebruikt. Ter overbrugging moet de schaars beschikbare netcapaciteit optimaal worden benut. De Energiewet 1.0
dient het regelgevend kader te bieden om
deze doelen te bereiken, aldus beleidsadviseur Chiel Bakker van VEMW.
Chiel Bakker, beleidsadviseur VEMW
Onder druk
Bakker: “Iedereen heeft recht op een aansluiting op het net en transport van elektriciteit over dat net. Dit aansluitrecht vormt naast het transportrecht een van de twee fundamentele pijlers van de elektriciteits-wetgeving. Een effectief aansluitrecht is een rand-voorwaarde voor toegang tot de markt en voor alle andere rechten die de elektriciteitswetgeving borgt.” Vanwege het tekort aan netcapaciteit staan het recht op aansluiting en transport echter onder druk, legt hij uit. “In de ‘Contouren van de Energiewet’ wordt voorgesteld om partijen alleen aan te sluiten op het net als er voldoende transport- capaciteit is. Het recht op aansluiting wordt hiermee significant afgezwakt.”
Langer wachten
Bakker: “Momenteel moeten aangeslotenen incidenteel tien jaar of langer wachten op (uitbreiding van) een aansluiting. Dat keuren wij af omdat het economische en maatschappelijke ontwikkelingen remt. VEMW pleit voor een non-discriminatoire invulling van het aansluitrecht bij langdurig transportcapaciteitstekort. Nu wordt het tekort aan netcapaciteit vertaald naar een elektriciteitsnet dat op slot gaat en een industrietransitie die in de wacht wordt gezet. Dat is geen werkbare situatie.”
Gas
Van de Worp: “Aardgas zal de komende decennia ver-vangen gaan worden door onder meer groen gas en waterstof. Om die overgang doelmatig vorm te kun-nen geven, wordt volop nagedacht over enerzijds bij-menging van groen gas en waterstof in de aardgas-voorziening, en anderzijds over het hergebruik van de bestaande gasinfrastructuur (pijpleidingen en opslagfaciliteiten, zoals cavernes). De contouren van de Energiewet 1.0 benoemen deze zaken weliswaar, maar laten onvoldoende zien hoe hier dan mee om te gaan ten aanzien van de regulering van de voor-zieningsketen en de (waterstof)markt. Voor VEMW is het cruciaal dat een markt voor deze duurzame gassen tot stand komt. Maar dan wel met een recht op toegang tot die markt, en rechten en plichten in het gebruik van de voorziening die vergelijkbaar zijn met de bestaande gasvoorziening.”
Warmte
De nieuwe Warmtewet 2.0 is inmiddels door minis-ter Wiebes ter consultatie voorgelegd aan de markt, vertelt Van de Worp. “De wet wordt wel vernieuwd, maar niet opgenomen in de Energiewet 1.0. Wij vinden dat een gemiste kans. De warmtemarkt-voorziening is weliswaar anders van aard dan elek-triciteit en gas, bijvoorbeeld meer lokaal en regio-naal met andere aanbieders, transporteurs en leve-ranciers, maar door de wet- en regelgeving niet te integreren wordt voorbijgegaan aan de mogelijk-heden die er liggen om de energievoorziening effectiever en efficiënter te maken. In de toekomst zal meer uitwisseling plaatsvinden tussen energie-dragers om in te kunnen spelen op veranderende weersomstandigheden, beschikbaarheid en opslag en daarmee ook prijsvorming.”
Jacques van de Worp, senior beleidsadviseur VEMW
Het werkdocument ‘Contouren van de Energiewet’ stelt voor om de voorwaarden uit de Informatiecode en Meetcodes te verplaatsen naar een Ministeriële Regeling, legt Bakker uit. “De codes borgen de rechtszekerheid van marktpartijen doordat zij betrokken zijn bij de totstandkoming van deze wetgeving. Een Ministeriële Regeling verhoogt echter het risico op politisering, waarbij regels onder politieke druk worden aangepast. Zo kan minister Wiebes van EZK een Ministeriële Regeling vaststellen, zonder daarvoor eerst marktpartijen te consulteren waardoor de expertise van de sector onvoldoende wordt benut. Wij vinden dat onwenselijk. VEMW pleit daarom voor een tussenoplossing: de zogenoemde Algemene Maatregel van Bestuur. Die biedt de nodige versterkte rechtsgrondslag en meer rechtszekerheid door de ingebouwde adviesfunctie van de Raad van State en de mogelijkheid tot een verplichte adviestaak voor de Autoriteit Persoonsgegevens.”
Google+