Beleid

Gerard Doornbos, voorzitter bestuurlijke versnellingstafels

‘We zullen nu moeten doorpakken’

Eind 2018 werden op verzoek van minister Cora van Nieuwenhuizen (IenW) drie bestuurlijke versnellingstafels in het leven geroepen. Eén daarvan is ‘opkomende stoffen en medicijnresten’ waar ook VEMW bij betrokken is. Voorzitter Gerard Doornbos blikt terug op een constructieve periode van overleg. “We zijn tot goede afspraken gekomen.”

Met de Delta-aanpak Waterkwaliteit is de afgelopen jaren een impuls gegeven aan het verbeteren van de waterkwaliteit. De aanpak komt voort uit de gezamenlijke ambitie voor voldoende chemisch schoon en ecologisch gezond water voor duurzaam gebruik. In 2016 is een intentieverklaring tot stand gekomen en ondertekend door overheden en partners uit onder andere de landbouw-, industrie- en zorgketen, zegt Doornbos. “Vanaf 2018 is aan de Versnellingstafels van de Delta-aanpak Waterkwaliteit toegewerkt naar bestuurlijke afspraken omtrent waterkwaliteit. De afspraken zijn in januari dit jaar vastgesteld in de Stuurgroep Water. Een deel daarvan gaat over de aanpak van opkomende stoffen en medicijnresten in het water.”

Kennisdeling

Doornbos: “Van de lijst van afspraken die er nu ligt is een belangrijk element kennisdeling, want er komen voortdurend nieuwe stoffen bij en ook over bestaande stoffen is nog lang niet alles bekend. Dat is in de praktijk ook nauwelijks te doen. Bedrijven werken vaak met nieuwe stoffen waarvan onbekend is wat de ins en outs zijn. Dat blijft een heel spannend traject. Kennisdeling dus, daar gaat het om. Hoe weten we nu waar de risico’s zitten? Daarin zullen we samen zo goed mogelijk moeten optrekken in plaats van elkaar in de wielen te rijden.”

Basishouding

Kennis delen is belangrijk, maar belangen kunnen ook haaks op elkaar staan. Hoe los je dat op?

Doornbos: “De verantwoordelijkheden zijn inderdaad verschillend: bedrijven willen hun bedrijfsprocessen voortzetten en hun onderneming runnen, anderzijds moeten overheden er op toezien dat er geen onoorbare dingen gebeuren. Dan is het natuurlijk een uitdaging om daarin toch samen op te trekken. Er is daar veel over gepraat, want een gemeenschappelijke basishouding is voor alle partijen van belang. Bedrijven willen hun license to produce behouden, geen onderneming wil brokken maken omdat dat leidt tot financiële ellende en imagoschade. Anderzijds onderkennen overheden het economisch belang ervan dat bedrijven doordraaien, maar ze zullen ook moeten toezien dat er niets mis gaat. Ik denk dat dat tijdens alle gesprekken goed naar voren is gekomen. Kennisdeling en samenwerken is dé basis.”

Hoe staat het met handhaving? Je praat over zoveel verschillende stoffen. Is dat überhaupt in de praktijk wel te doen?

“Vooral op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving ligt er voor overheden een geweldige uitdaging, aangezien het over zoveel verschillende stoffen gaat en er zo’n geweldige dynamiek in zit van wat moet je nu wel of niet vergunnen en onder welke voorwaarde. Ook dat is geen sinecure. En als je dat vergunnen nu hebt gedaan, hoe zorg je er dan voor dat je er adequaat toezicht op houdt? Ook over deze zaken is veel gesproken en ook hier zijn afspraken over gemaakt om dat samen op te pakken. Juist bij VTH, vergunningverlening, toezicht en handhaving, is dat over heel veel verschillende overheden verdeeld. Zowel waterschappen, provincie als rijk hebben een eigen stuk van die verantwoordelijkheid. Ook stellen ze elk hun eigen prioriteiten die niet altijd even goed op elkaar aansluiten. Ze werken niet automatisch goed met elkaar samen omdat ze eigen belangen hebben. Met name daar ook zijn nog werelden te winnen.”

‘Bedrijven willen hun license to produce behouden, geen onderneming wil brokken maken omdat zoiets leidt tot financiële en imagoschade’

Er zullen nu dus hele concrete afspraken gemaakt moeten worden

“Het gaat erom dat er afspraken worden gemaakt over het traject van wat je met stofje A,B of C gaat doen. En wie daar allemaal bij betrokken is, hoe je verantwoordelijkheid verdeelt en hoe je ervoor zorgt dat de prioriteitstelling op elkaar aansluit. Dat klinkt wat abstract misschien, maar is wel wat er nu moet gaan gebeuren. Verschillende instanties hebben verschillende belangen. Een gemeente weer andere dan een waterschap of provincie. Maar wil je op een effectieve manier een omgevingsdienst aansturen, dan zul je samen heel duidelijke prioriteiten moeten stellen. Gebeurt dat niet, dan blijft iedereen op zijn eigen houtje bijten. Commitment is dus heel belangrijk. Daarnaast hebben we bij al die afspraken ambassadeurs benoemd. Dat betekent dat er door hen op wordt toegezien dat afspraken ook daadwerkelijk worden gemaakt en nagekomen. De ambassadeurs enthousiasmeren en jagen de boel aan. Voor de tafel Opkomende Stoffen en Medicijnresten zal ook nog een follow-up komen om na te gaan of acties ook inderdaad in gang zijn gezet en waartoe die hebben geleid. We zullen nu moeten doorpakken.”

‘Dynamische tafel’

Doornbos: “Er was aanvankelijk door de Stuurgroep Water besloten dat de bestuurlijke versnellingstafels twee keer per jaar zouden samenkomen. Ik heb toen gezegd dat versnelling en twee keer per jaar samenkomen niet met elkaar rijmen. Vervolgens is dat verdubbeld tot zo’n vier keer per jaar. Voorafgaand aan die zittingen vond technisch en ambtelijk overleg plaats. Vooral bij de tafel Opkomende Stoffen was dat een heel gemotiveerde club. Kennelijk zag men het belang hiervan in en juist daar zaten mensen aan tafel met veel technisch vernuft. Daar kwam dus ook veel energie uit. De Tafel Opkomende Stoffen was de tafel die de meeste voeding kreeg in de voorbereiding.”

Deelnemers aan de Versnellingstafel Opkomende Stoffen zijn Rijkswaterstaat (RWS), Unie van Waterschappen (UvW), Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), Omgevingsdiensten NL (OD NL), Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), Koninklijke Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW), ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).


Gerard Doornbos
Voorzitter bestuurlijke versnellingstafels

Opzeggen van het lidmaatschap kan alleen per 31 december. Er geldt een opzegtermijn van zes maanden. Zie voor verdere informatie de statuten, artikel 7, lid 4 en onze website.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

Google+

LinkedIn

Contact

Verstuur