De Europese éénwording manifesteert zich op vele gebieden. Zo worden de elektriciteits- en gasmarkt steeds meer Europees geharmoniseerd, waardoor nationale markten tot één Europese markt integreren. Wat betekent dit precies voor energiegebruikers, wat is de rol van netwerkcodes en hoe behartigt VEMW uw belangen?
In het kader van de harmonisatie en liberalisering van de interne energiemarkt van de EU zijn er sinds 1996 diverse wetgevingsinstrumenten aangenomen. Deze instrumenten hebben ten doel de markttoegang en de transparantie en regulering van de markt te verbeteren, de verbindingen tussen nationale energienetwerken waar nodig uit te breiden en te ondersteunen, en de voorzieningszekerheid te waarborgen. Het doel is om te komen tot een concurrerendere, consumentgerichtere, flexibelere en niet-discriminerende EU-elektriciteits- en gasmarkt met marktgebaseerde leveringsprijzen. Op deze manier worden onder meer de rechten van individuele afnemers en energiegemeenschappen versterkt en uitgebreid, en de taken en verantwoordelijkheden van marktdeelnemers en toezichthouders verduidelijkt.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) ziet erop toe dat er voldoende concurrentie is op de energiemarkt, die steeds meer een Europees(-regionale) markt aan het worden is. Via netwerkverbindingen met het buitenland (interconnectoren) wordt elektriciteit uitgewisseld op basis van een doelmatige prijs die resulteert uit vraag en aanbod in een groot marktgebied, waar naast Nederlandse opwek ook Duitse windmolens en Noorse waterkrachtcentrales deel van uitmaken. En aardgas komt niet alleen uit Groningen, maar ook uit Noorwegen en Rusland. De wetgever en de toezichthouder zien internationaal samenwerken daarom als een belangrijk onderdeel van hun werk.
Een Europese elektriciteits- en gasmarkt kan niet zonder Europese spelregels: De Europese netwerkcodes
Die regionale of Europese elektriciteits- en gasmarkt functioneren alleen goed als er Europese spelregels zijn: De Europese netwerkcodes. Dit is een set van verordeningen die voor een effectieve geharmoniseerde interne markt voor elektriciteit en aardgas in Europa moet zorgen. Hij bevat bepalingen over de aansluitingen op de netten, toegang tot die netten en zogeheten evenwichtsmethodieken. De gesprekken over deze Europese spelregels vinden zowel op nationaal als Europees niveau plaats. Ook VEMW zit aan tafel en behartigt hierin de belangen van haar leden, de zakelijke elektriciteits- en gasgebruikers, zegt Chiel Bakker, beleidsadviseur van VEMW.
Chiel Bakker
Beleidsadviseur
Jacques van de Worp
Senior beleidsadviseur
Bakker: “Europese richtlijnen en verordeningen schrijven voor dat de verschillende – vaak nationale – regels die gelden op de verschillende Europese transmissienetten beter op elkaar afgestemd moeten worden. Daarom is begonnen met de ontwikkeling van zogenaamde Europese Codes. De netwerkcodes worden vastgesteld als verordening en zijn voor zakelijke elektriciteitsverbruikers rechtstreeks werkend. Enkele complexe onderdelen vereisen alsnog uitwerking in de nationale codes.” Hij legt uit dat VEMW via koepelorganisatie IFIEC Europe betrokken is bij de totstandkoming en wijziging van Europese codes.“
Van de Worp: “De bestaande nationale codes moeten vervolgens in lijn worden gebracht met nieuwe Europese codes. De Nederlandse netbeheerders ontwikkelen gezamenlijk voorstellen die worden voorgelegd aan representatieve organisaties, waaronder VEMW. Na overleg neemt toezichthouder ACM een besluit tot aanpassing van de codes. VEMW volgt dit proces op de voet en levert zowel input aan de netbeheerders als aan de ACM.”
Jacques van de Worp, senior beleidsadviseur van VEMW: “Op verzoek van de Europese Commissie moet de Europese toezichthouder ACER een zogenaamde framework guideline voor de gasmarkt ontwikkelen. Framework guidelines zetten in algemene zin uiteen welke regels aangepast moeten worden om te komen tot een geharmoniseerde interne markt. Als een framework guideline is aangenomen, wordt begonnen met het schrijven van een specifieke code door verschillende nationale experts in een zogenaamd drafting team. Belangenorganisaties wordt gevraagd hun mening te geven en nemen deel aan zgn. stakeholder groups. Ook VEMW levert daarbij input, zowel technisch, economisch als juridisch.”
“Het codevoorstel wordt vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan ACER die, als de code voldoet aan Europese wet- en regelgeving, deze aan de Europese Commissie voorlegt. De Europese Commissie besluit met vertegenwoordigers van de EU-lidstaten of en wanneer de Europese code van kracht wordt”, aldus Van de Worp.
In de jaren negentig besloten de Europese Unie en de lidstaten om de elektriciteits- en gasmarkten open te stellen voor concurrentie. De eerste liberaliseringsrichtlijnen werden in 1996 voor elektriciteit en in 1998 voor aardgas aangenomen. Het zogenoemde tweede energiepakket volgde in 2003. Industriële verbruikers en huishoudens konden vanaf dat moment hun leveranciers van gas en elektriciteit vrij kiezen (liberalisering). In april 2009 kwam er een derde energiepakket. Dit richtte zich op een verdergaande liberalisering van de interne elektriciteits- en gasmarkt door knelpunten weg te nemen. In juni 2019 werd een vierde energiepakket goedgekeurd, dat bestond uit één richtlijn (de elektriciteitsrichtlijn (2019/944/EU)) en drie verordeningen: de elektriciteitsverordening (2019/943/EU), de risicoparaatheidsverordening (2019/941/EU) en de verordening tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (2019/942/EU). Het vierde energiepakket bevat nieuwe regels voor de elektriciteitsmarkt om tegemoet te komen aan de behoefte aan hernieuwbare energiebronnen en om investeringen aan te trekken. Lidstaten van de EU worden verplicht noodplannen op te stellen voor eventuele energiecrises en de bevoegdheden van het Agency for the Cooperation of Energy Regulators (ACER) wordt verder uitgebreid ten aanzien van samenwerking bij grensoverschrijdende regelgeving.
Google+