Achtergrond

‘Transportcapaciteit blijft nijpend probleem’’

Dat zegt Chiel Bakker, beleidsadviseur van VEMW. Hij is zorgelijk over het tempo waarmee grootverbruikers van energie hun productie kunnen verduurzamen. Bakker: “Bij het onderzoek naar CO₂-reductiemogelijkheden komt één grote beperking steeds naar voren: een tijdige beschikbaarheid van de benodigde infrastructuur.”

Veel zakelijke energiegebruikers ontwikkelen plannen voor de reductie van hun CO₂-uitstoot, zegt Bakker. “Ze worden daarbij geprikkeld door beprijzingsmechanismen, zoals het Europese emissiehandelssysteem EU-ETS en de Nederlandse CO₂-heffing, het Klimaatakkoord en de license-to-operate na 2030. Om de gestelde klimaatdoelstellingen te halen, moeten grootverbruikers hun producten vervaardigen met minder CO₂-uitstoot.”

‘Netbeheerder heeft wettelijke plicht om te voorzien in transportbehoefte’

Investeringen

Bakker: “De netbeheerder heeft de taak om te voorzien in de transportbehoefte van aangeslotenen op het elektriciteitsnet. Dat is vastgelegd in de Elektriciteitswet. Hij anticipeert op de ontwikkeling op de vraag naar transport van elektriciteit en plant daarop de nodige investeringen. Bij een snel toenemende transportvraag is het dus van belang dat de netbeheerder tijdig over de juiste informatie beschikt om die snel te kunnen uitvoeren. In de praktijk zien we echter dat deze investeringen de stijgende transportvraag maar met moeite kunnen bijhouden.” Bakker zegt dat (regionale) elektriciteitsnetbeheerders congestiekaarten publiceren, waaruit duidelijk wordt dat er steeds meer gebieden zijn die geen transportcapaciteit beschikbaar hebben. “Daarmee dreigt de infrastructuur een knelpunt te worden en verduurzaming te worden belemmerd. Er ontstaat met andere woorden een knelpunt met de klimaatdoelstellingen, waarvan de deadline steeds dichterbij komt.”

Nieuwe spelregels

Ter overbrugging van de nodige netverzwaringen wordt gewerkt aan nieuwe spelregels voor congestiemanagement (het beheersen van tijdelijke filevorming op het net), legt Bakker uit. “Ook zoeken allerlei bedrijven naar tussenoplossingen om alsnog de benodigde elektriciteit te ontvangen op hun aansluiting. VEMW kijkt daarin mee naar hoe we zowel de betaalbaarheid van het net kunnen borgen als hoe zo snel mogelijk de nodige infrastructuur gerealiseerd kan worden, waardoor grootverbruikers kunnen verduurzamen en uitbreiden.”

Chiel Bakker

Schaarste

Lineke Goorix, programmamanager energietransitie van netbeheerder Liander, herkent de door VEMW geschetste capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet. Zij zegt dat netbeheerders met man en macht werken om die nood te lenigen. “Sinds twee jaar hebben we echt last van capaciteitsproblemen op het net. De economische activiteit blijft toenemen, de samenleving gebruikt steeds meer elektriciteit en de energietransitie neemt een hoge vlucht. Er is een steeds groter aantal zakelijke klanten dat vraagt om nieuwe elektriciteitsaansluitingen of verzwaring van de aansluiting en daardoor ontstaat schaarste op het elektriciteitsnet. De vraag neemt sneller toe dan dat we onze netten kunnen uitbreiden. In 2020 hadden we zeven keer zoveel aanvragen voor een netaansluiting van grootverbruikers als het jaar
ervoor, met name zonneparken en datacenters. Bovendien hebben we te maken met een landelijk tekort aan technici.”

Oplossingen

Goorix: “We zullen veel meer integraal moeten kijken hoe het energiesysteem ontworpen moet worden. Dat willen het liefst met overheden, onze klanten en andere maatschappelijke organisaties samen doen. Voor ons en de maatschappij – wij werken met maatschappelijk geld – is het natuurlijk gunstig dat duurzame opwek van elektriciteit juist daar plaatsvindt waar ook veel vraag naar stroom is, want dan hoeven wij het net niet onnodig uit te breiden. Die infrastructuur aanleggen vraagt heel veel tijd. 70 procent van de tijd zit in procedures en vergunningaanvragen. Slimme oplossingen naast verzwaren zijn dus noodzakelijk. Dat kan bijvoorbeeld door de vluchtstrook van het elektriciteitsnet te gebruiken voor het transport van duurzame energie. Dan kun je het net efficiënter gebruiken en meer elektrisch vermogen transporteren.”

Inkopen van flex

Een andere oplossing is het dynamisch terugregelen van opwek, legt Goorix uit. “We willen zoveel mogelijk producenten van duurzame energie toegang geven tot ons net. Op plaatsen waar transportschaarste is maken we afspraken met de producenten over het terugregelen van hun installaties als het te druk wordt op het net. Dat kan een methode zijn om overbelasting of spanningsproblemen op het net te voorkomen. Een derde is het inkopen van flex, ook wel congestiemanagement genoemd. Op plekken waar congestie op het net optreedt maken we afspraken met grootverbruikers over het op- of afregelen van hun capaciteit. Daardoor zijn we in staat om meer klanten op het elektriciteitsnet te kunnen aansluiten. ”

 


Lineke Goorix

‘Samen kijken hoe het energiesysteem de komende dertig jaar ontworpen moet worden’

 

GOPACS

Overal waar een tekort aan netcapaciteit is onderzoekt Liander of congestiemanagement mogelijk is. Maar de congestiemanagementregels zoals die nu gelden, zijn niet gemaakt voor zeer lokaal, kleinschalig congestiemanagement, zegt Goorix. “En dat speelt ons en alle gebruikers van het net parten. Die regels gaan binnenkort aangepast worden. Toezichthouder ACM besluit uiteindelijk hoe de nieuwe netcode eruit gaat zien.”
In 2019 heeft de landelijke netbeheerder TenneT samen met alle regionale netbeheerders een nieuw platform GOPACS gelanceerd, vertelt zij. “GOPACS kan ingezet worden voor congestiemanagement en is bedoeld om flexibiliteitsmarkten te faciliteren. Netgebruikers kunnen flexibiliteit leveren door het verhogen of verlagen van hun verbruik of productie. In een flexibiliteitsmarkt kunnen zij hiervoor een vergoeding krijgen. Op die manier wordt de beschikbare capaciteit efficiënter benut en een bijdrage hieraan beloond. Met GOPACS willen we als netbeheerders ons net samen met alle aangesloten partijen zo efficiënt mogelijk uitnutten.”

40 miljard euro

Kijkend naar de toekomst wordt het steeds belangrijker dat (zakelijke) klanten en netbeheerders samen kijken naar oplossingen voor voldoende transportcapaciteit op de netten, zegt Goorix. “Tot 2030 gaan de netbeheerders gezamenlijk 40 miljard euro investeren in de netten en 100 miljard tot 2050. Om dat geld zo efficiënt mogelijk te benutten zal dat samenspel steeds belangrijker worden. Dat geldt ook voor de samenwerking met elektriciteitsproducenten.

‘Congestie aan de vraagzijde krijgt maar weinig aandacht’

 

Weinig belicht

Het valt Roeland Manders, Regulatory Affairs Advisor van energiebedrijf ENGIE, op dat als het gaat om congestie er vooral wordt gesproken over de opwek van duurzame energie, maar dat congestie aan de vraagzijde maar weinig belicht wordt. “Congestiemanagement wordt nu vooral in verband gebracht met gebieden als Noord-Nederland en Zeeland, waar elektriciteit van wind- en zonneparken ‘op’ het net aangesloten moeten worden. Wat wij juist zien is dat bedrijven die zitten te springen om een grotere transportcapaciteit op het net die niet kunnen krijgen. Als ENGIE verlenen we, naast onze rol als energieleverancier, ook service en ondersteuning bij projectbouw aan bedrijven, en we zijn consultant op het gebied van transitie en verduurzaming. We zien de problematiek dus uit verschillende invalshoeken. Regelmatig ondervinden wij dat bedrijven willen uitbreiden, maar geen transportcapaciteit krijgen van de netbeheerder. Dat is een groot maatschappelijk probleem. Er wordt dan ons om advies en hulp gevraagd.”

Binnen het bedrijf

Manders: “Wij worden benaderd door bedrijven die tegen dit probleem aanlopen en zoeken dan naar een goede, op maat toegesneden oplossing tegen aanvaardbare kosten. Het gaat daarbij vooral om kleinere en middelgrote bedrijven. We kijken dan in de eerste plaats wat het congestieprofiel van een bedrijf is: Wat is er precies nodig? We kijken ook of het mogelijk is het probleem binnen het bedrijf op te lossen. Bijvoorbeeld door zonnepanelen te installeren in combinatie met een grote batterij en eventueel een groen aggregaat met ons product PowerBooster. Op die manier creëer je flexibel vermogen en kan men met het zelf opwekken van elektriciteit mogelijk aan die grotere energiebehoefte voldoen.” Manders zegt dat de netbeheerder hierbij een rol kan spelen. “Wellicht is het mogelijk dat een bedrijf zijn productieprocessen zo inricht dat er wel mogelijkheden zijn om meer transportcapaciteit te realiseren. Door bijvoorbeeld op andere tijdstippen buiten de piektijden om elektriciteit te vragen om batterijen op te laden of productie in te halen.”

Zoeken naar oplossingen

Een andere mogelijkheid is dat er op gebiedsniveau wordt gekeken of er een oplossing gevonden kan worden voor het transportprobleem. “Gemeenten die beschikken over een bedrijventerrein dat niet verder ontwikkeld kan worden vanwege een transportcapaciteitsprobleem benaderen ons te zoeken naar oplossingen”, zegt Manders. “We kijken dan of er op zo’n bedrijventerrein mogelijkheden zijn om gespreid over de bedrijven bijvoorbeeld windturbines, zonnepanelen en batterijen te plaatsen. We zoeken naar een systeem dat bedrijven gezamenlijk in staat stelt te beschikken over meer elektriciteit, waardoor uitbreiding van hun activiteiten mogelijk wordt. Dit zijn veelal complexe trajecten waaraan alle stakeholders bereid moeten zijn mee te werken. De regelgeving kent verschillende oplossingsrichtingen waardoor het maatwerk blijft.”

Actueel

Manders denkt dat het congestieprobleem voorlopig niet opgelost zal zijn. “De komende jaren zal de capaciteitsdruk bij netbeheerders voortduren. Het probleem van onvoldoende transportcapaciteit blijft daardoor actueel. We zullen dus als energieleverancier én technisch dienstverlener samen met bedrijven en netbeheerders naar andere, tijdelijke oplossingen moeten blijven zoeken.”


Roeland Manders

Elektrificatie speelt een hoofdrol in de energietransitie
Onder de verschillende verduurzamingsopties speelt elektrificatie van verbruik een hoofdrol. Om de behoefte aan proceswarmte te verduurzamen, kan bijvoorbeeld worden gekozen voor een elektrische boiler.
Waterstof wordt gebruikt voor chemische processen. Het wordt grotendeels vervaardigd uit aardgas (grijze waterstof), maar kan ook worden geproduceerd via elektrolyse met groene elektriciteit (groene waterstof). Ook deze verduurzamingsroute is een vorm van elektrificatie, zegt Chiel Bakker. “Al die oplossingen hebben gemeen dat ze leiden tot een hogere elektriciteitsvraag. Dat betekent dat de aangeslotene zijn gecontracteerd vermogen moet verhogen en mogelijk ook zijn aansluiting op het netwerk moet laten verzwaren.”

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

Google+

LinkedIn

Contact

Verstuur