Onderzoeksprogramma SALTISolutions doet onderzoek naar verzilting. Een van de onderdelen is erop gericht om de toegankelijkheid van de informatie over verzilting te verbeteren. Jaap Kwadijk van Deltares legt uit waarom dat belangrijk is.
Verzilting is een vraagstuk dat de laatste jaren veel aandacht vraagt. Door een lagere waterstand in de rivieren gebeurt het steeds vaker dat het zoute water van de Noordzee niet naar buiten wordt gedrukt. Integendeel: het zoute water dringt via de rivieren ver het land binnen. Het onderzoeksprogramma SALTISolutions doet onderzoek naar verschillende aspecten van verzilting. Jaap Kwadijk van Deltares en hoogleraar aan de Universiteit Twente: “We kijken naar gevolgen en maatregelen voor de korte én voor de lange termijn.”
Verzilting van het grond- en oppervlaktewater brengt een aantal problemen met zich mee. Voor de landbouw betekent een hoog zoutgehalte dat sommige gewassen niet meer verbouwd kunnen worden of dat de opbrengst een stuk lager is. Om de drinkwatervoorziening op peil te houden, moet er meer geïnvesteerd worden in ontziltingstechnieken en in de industrie kan zout water leiden tot corrosie en slijtage aan materiaal en installaties. Verzilting is daarmee een onderwerp dat vrijwel iedereen raakt.
Kwadijk: “Om de verziltingsproblematiek aan te kunnen pakken, is het belangrijk om te weten hoe, wanneer en hoever het zoute water indringt. Het gaat dan ruwweg om twee hoofdvragen. Op de eerste plaats: hoe gaat dat de komende weken en maanden. Als je dat weet, kun je je daarop voorbereiden. Daarnaast gaat het om de lange termijn. Met het stijgen van de zeespiegel wordt de druk van het zoute water steeds groter en kunnen we in een situatie komen waarin de beschikbaarheid van zoet water niet meer gegarandeerd is. Dan komen er hele andere vraagstukken aan de orde: waar leggen we de inlaten voor zoet water en hoe passen we ons leven en land aan die veranderde omstandigheden aan?”
Jaap Kwadijk
Het voorspellen van de manier waarop en de snelheid waarmee het zout ons land binnendringt, is dus belangrijk. Maar het is niet eenvoudig. Er wordt gebruikgemaakt van numerieke modellen en het onderzoeksprogramma SALTISolutions is erop gericht om die modellen te verbeteren. “Dan gaat het dus echt om de voorspelbaarheid van de verzilting.” Daarnaast kijken onderzoekers naar mogelijkheden om verzilting tegen te gaan. Kwadijk noemt als voorbeelden het aanpassen van de vorm van de bodem, aangepast gebruik van sluizen en toepassing van nieuwe technieken, zoals het afzuigen van een zouttong.
Het project SALTISolutions heeft een looptijd van zes jaar en is inmiddels op de helft. Onder leiding van de Technische Universiteit Delft werkt een flink aantal promovendi en post-docs binnen het onderzoeksprogramma aan negen werkpakketten. Kwadijk: “Zelf werk ik aan het onderdeel dat als doel heeft om de toegankelijkheid van de informatie over verzilting te verbeteren. Anderen doen onder meer experimenteel onderzoek in het laboratorium, bestuderen de zeespiegelstijging en onderzoeken mogelijke natuurlijke oplossingen.” Hij vertelt dat SALTISolutions gefinancierd wordt door het domein Toegepaste en Technische Wetenschappen van NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) en ondersteund door een grote groep betrokkenen, zoals Rijkswaterstaat, de waterschappen en de Rotterdamse haven. “En VEMW is ook bij het programma betrokken en levert een bijdrage in de vorm van kennis en uren. Een welkome bijdrage, omdat het enorm waardevol is om input vanuit de praktijk te krijgen. We zijn daar erg blij mee.”
Google+