Dirk-Jan Meuzelaar, scheidend voorzitter VEMW taakgroep Gassen
Twintig jaar was Dirk-Jan Meuzelaar (66) verbonden aan de VEMW taakgroep Gassen, waarvan twaalf jaar als voorzitter. Een periode waar hij met zeer veel plezier op terugkijkt. “Naast support en vertrouwen van de Utility Support Group heeft de nauwe samenwerking met Jacques van de Worp van VEMW bijgedragen aan een gezamenlijk succes.”
Meuzelaar: “Een betrouwbare, betaalbare en schone energievoorziening is een belangrijke hoeksteen van onze welvaart. Ik beschouw het als een voorrecht dat ik hieraan, vanuit verschillende disciplines, bijna veertig jaar een bijdrage heb kunnen leveren. Hoewel er in de afgelopen jaren veel is veranderd, zijn sommige doelstellingen onveranderd gebleven. Zoals de twee procent energiebesparing per jaar door middel van het verbeteren van onze efficiency. Stadsverwarming werd ook in begin jaren tachtig al aangemoedigd en financieel ondersteund door de overheid. Dat energieprijzen ook konden dalen werd toentertijd onwaarschijnlijk geacht. Door de sterke terugval van de prijzen die zich al in de tweede helft van de jaren tachtig aankondigde, werden deze warmtenetten sterk verliesgevend. Ik realiseerde mij toen dat prijsdalingen die vooral in periodes van economische neergang optreden een groter financieel risico vormden, dan prijsstijgingen die vaker samengaan in perioden van economische groei. In mijn latere rol als riskmanager heb ik dat vaak moeten uitleggen.”
‘VEMW heeft veel PA-werk verricht’
“De grootste verandering ten aanzien van de energieprijzen is aangezet door de liberalisering, waardoor een nieuw marktmodel begin deze eeuw zijn beslag heeft gekregen. De monopoliepositie van de gevestigde energiemaatschappijen werd gebroken en de liquiditeit en dus het vertrouwen in de energiebeurzen steeg snel. Met als resultaat aanzienlijk lagere gemiddelde aardgasprijzen ten opzichte van de oorspronkelijk gasprijs, die gekoppeld was aan de olieprijs. Daaraan voorafgaand hebben we veel PA-werk verricht in VEMW verband. In tegenstelling wat toen soms werd gevreesd, heeft de liberalisering van de energiemarkten geen afbreuk gedaan aan de betrouwbaarheid van de energievoorziening. Integendeel. Mede door de integratie van de Europese energiemarkt is de markt veel groter geworden en is de leveringszekerheid per saldo toegenomen.”
‘Ik blijf ook in de toekomst een bijdrage leveren aan de energietransitie’
“Terugkijkend concludeer ik dat de laatste twintig jaar zowel de leukste als de meest succesvolle periode van mijn bijna veertigjarige loopbaan zijn geweest. Vooruitkijkend betekent dit de beëindiging van mijn arbeidscontract met de Utility Support Group omdat ik de pensioengerechtigde leeftijd heb bereikt. Het betekent niet dat hiermee ook mijn ambities ophouden om een bijdrage te blijven leveren aan een succesvolle energietransitie. Mijn eigen consultancy zet ik voorlopig voort onder andere als adviseur van OCI. Daar blijf ik aan een aantal dossiers werken, waaronder gaskwaliteit en waterstof.”
‘De belangrijkste verandering is de versnelde opwarming van de aarde’
Meuzelaar: ”De belangrijkste veranderingen van de laatste jaren zijn de versnelde opwarming van de aarde en de dramatische gevolgen van klimaatverandering die zich nu al aandienen. We beseffen steeds meer dat het verbranden van fossiele brandstoffen hier mede debet aan is en zo snel mogelijk moet worden uitgefaseerd. Het Europese Emissie Handelssysteem (EU-ETS), dat sinds 2005 een marktgerelateerde CO₂-prijs oplevert, zorgt voor de juiste prikkels. Minder gelukkig zijn we met het Nederlandse besluit om de CO₂-prijs voor de industrie via CO₂ belastingen te verhogen als de ETS prijs onder een politiek gewenst niveau blijft. Het kost moeite het publiek en de overheid te overtuigen dat de Nederlandse industrie een belangrijke sleutel voor de oplossingen in handen heeft. Een verstoring van het gelijke speelveld bewijst niet alleen het investeringsklimaat, maar uiteindelijk ook het klimaat in de atmosfeer een slechte dienst als relatief schone productie naar het buitenland wordt verplaatst. Een veel betere aanpak zijn de ‘Green Deal’ plannen van de Europese Commissie, die verder zijn uitgewerkt in het onlangs gepubliceerde ‘Fit for 55’ package. Hierdoor is samenwerking tussen de lidstaten beter gewaarborgd en draagt iedere lidstaat bij naar maximaal vermogen. Uiteraard zit ook hier de ‘devil in the detail’ en zal in de komende maanden veel PA-werk nodig zijn om zorg te dragen dat onze voorstellen worden meegenomen in het definitieve pakket dat uiteindelijk ter goedkeuring aan het parlement en European Council zal worden voorgelegd. Het verleden leert dat brancheorganisaties zoals VEMW en IFIEC hierbij onmisbaar zijn.”
Dirk-Jan Meuzelaar
‘Een prominente plek in de revisie van de gas directive’
Meuzelaar: “Op het gebied van gas wordt het ‘Hydrogen and Decarbonised Gas Market Package’ in december van dit jaar verwacht. In dit pakket worden de regels op het gebied van gas en waterstof zodanig aangepast, dat ze stroomlijnen met het ‘Fit for 55’ package. Samenwerking tussen bedrijven en sectoren door onderlinge uitwisseling van energie (Energie Systeem Integratie) en ‘demand site response’ zijn noodzakelijk om vraag en aanbod van (duurzame) energie beter op elkaar af te stemmen. Waterstof wordt als onmisbare koolstofvrije energiedrager aangemerkt. Ook de (verandering van) gaskwaliteit van het aardgas, onder meer door een mogelijk voorgestelde bijmenging met waterstof, zal een prominente plaats in de revisie van de gas directive krijgen.”
‘Eindgebruikers mogen niet worden blootgesteld aan de Wobbe Index band’
Meuzelaar: “In de discussies en voorstellen van de Europese standaard van de H-gas kwaliteit heb ik een aantal jaren geleden de Europese Commissie in het Madrid Forum weten te overtuigen dat eindgebruikers niet mogen worden blootgesteld aan de oorspronkelijk door EASEE-gas voorgestelde brede Wobbe Index band. Dit kan namelijk leiden tot grote variaties van de gaskwaliteit die schadelijke effecten kunnen veroorzaken met betrekking tot veiligheid, efficiency en emissies van gevoelige installaties, zoals gasturbines maar ook in de procesindustrie die het aardgas als grondstof gebruikt. De Nederlandse MR gaskwaliteit is overigens ook geënt op dit EASEE-gasadvies, onder meer om te voldoen aan de contracten die leveranciers van de LNG GATE terminal zijn overeengekomen. Gasunie Transport Services (GTS) heeft installaties om de gaskwaliteit te bewerken, maar kan niet in alle gevallen een constante kwaliteit garanderen. Na jaren onderhandelen met de Europese gasindustrie ligt er nu een compromisvoorstel. Daarbij is de Wobbe Index aan de exit zijde van de pijp ongeveer de helft van de wettelijk toegestane Europese bandbreedte aan de entry zijde. Belangrijke vraagstukken, zoals wie verantwoordelijk is voor de gaskwaliteit en haar gevolgen, zijn nog onbeantwoord en liggen nu op tafel bij de Commissie.”
‘Grote uitdagingen bij de kwaliteit van zuivere waterstof’
Meuzelaar: “Er liggen de komende jaren ook grote uitdagingen bij de kwaliteit van zuivere waterstof, dat veelal getransporteerd zal worden in omgebouwde aardgasleidingen, zoals bij de HyWay27 buisleidingen van Gasunie het geval is. Niet alleen de samenstelling en tijdelijke verontreinigingen in oude gasleidingen spelen een rol, maar ook de wijze waarop de waterstof is geproduceerd. Belangrijk is immers in welke mate de betreffende waterstofmoleculen als groen kunnen worden aangemerkt. Dit compliceert de verhandelbaarheid als we alle soorten waterstof via een anonieme beurs willen verhandelen. Gewerkt wordt aan een oplossing waarbij de beurs ‘kwaliteitvrije’ waterstof noteert met parallel hieraan een Europees handelssysteem in certificaten of garanties van oorsprong. Het is belangrijk dat ook industriële eindgebruikers hierbij betrokken worden. Niet alleen om de groenwaarden van hun eindproducten te kunnen waarderen, maar ook omdat de industriebelang heeft bij het verhandelen of fysiek balanceren op het waterstofnet.”
Google+