Drinkwaterbedrijf Vitens deed eerder dit jaar een dringend beroep op de provincie Overijssel om de drinkwatervoorziening in de provincie veilig te stellen. Voldoende drinkwater van goede kwaliteit is niet alleen van belang voor huishoudens: ook de Nederlandse economie is ervan afhankelijk. Van al het drinkwater dat de Nederlandse drinkwaterbedrijven produceren, wordt grofweg een kwart aan de zakelijke markt geleverd. Het is dan ook essentieel dat economische belangen worden meegewogen bij beslissingen over de drinkwatervoorziening.
Vitens moest eerder dit jaar aanvragen van grootzakelijke klanten weigeren. De vraag naar drinkwater groeit namelijk, terwijl de mogelijkheden om grotere hoeveelheden water te winnen volgens Vitens achterblijven. De betrokken partijen, in de eerste plaats de provincie als vergunningverlener en Vitens, moeten alles op alles zetten om aanvragen van bedrijven te honoreren en zo te voldoen aan de wettelijke leveringsplicht. Bedrijven die afhankelijk zijn van drinkwater hebben namelijk meestal geen alternatief, althans geen alternatief dat binnen afzienbare termijn kan worden ingezet. Bedrijven gebruiken drinkwater voor hoogwaardige toepassingen, zoals de productie van voedingsmiddelen en dranken of voor specifieke industriële processen. Toepassingen die om water van drinkwaterkwaliteit vragen.
Niet alleen Vitens en de provincie zijn aan zet. Er ligt ook een verantwoordelijkheid bij bedrijven zelf. Zijn zij zich bewust van de toenemende problemen ten aanzien van de (drink)waterbeschikbaarheid? En gaan ze zuinig genoeg met drinkwater om? Als we naar de cijfers kijken, zien we dat het zakelijk gebruik van drinkwater sinds 1990 met zo’n 60 miljoen m³ is afgenomen tot 303 miljoen m³ in 2020. Oorzaken van deze sterke daling zijn volgens brancheorganisatie Vewin vooral: waterbesparing, waterhergebruik en substitutie van drinkwater door ‘ander water’. We kunnen dus niet stellen dat bedrijven op hun handen zitten.
Een aanzienlijk deel van de oplossing ligt in het langer vasthouden van water in natte tijden als buffer voor droge tijden. Daarnaast moet waterbeschikbaarheid veel sturender zijn bij afwegingen die in het kader van de ruimtelijke ordening worden gemaakt. Een ander deel van de oplossing ligt bij de gebruikers zelf. Hoewel we dus kunnen constateren dat bedrijven al mooie resultaten hebben bereikt op het gebied van waterbesparing, zijn de mogelijkheden nog niet uitgeput. Zo zijn er genoeg bedrijven die (nog) water-efficiënter kunnen opereren. Nieuwe technologieën bieden volop mogelijkheden om te komen tot een verdere besparing van water. Verder wordt er soms nog drinkwater voor laagwaardige toepassingen gebruikt, zoals koeling. Hoewel dat niet om grote hoeveelheden gaat, is dit onwenselijk.
We horen nog weleens dat bedrijven te weinig betalen voor drinkwater. Kunnen bedrijven met een hogere drinkwaterprijs worden geprikkeld om minder water te gebruiken? Bedrijven betalen per geleverde kubieke meter, dus hoe meer drinkwater bedrijven inkopen hoe meer ze daarvoor betalen. Daarnaast betalen bedrijven (en huishoudens) belasting op leidingwater ofwel de BOL. Deze BOL heeft niet alleen betrekking op drinkwater, maar op al het water dat door leidingen stroomt. Dus ook op water dat wordt hergebruikt. Bij aanpassing van het regime van de BOL waarbij de cap van 300 kubieke meter per jaar, wordt losgelaten moet ook over duurzame leveringen belasting worden betaald. Dat staat verduurzaming van het watergebruik in de weg en is daarom onwenselijk. Verder geldt dat een hogere prijs vooral effect heeft als het water veel duurder wordt. En dat is niet wenselijk vanwege de gevolgen voor de concurrentiepositie van het Nederlandse waterafhankelijke bedrijfsleven. Met andere woorden: een hogere waterprijs is niet de heilige graal.
De droge zomers die we sinds 2018 hebben meegemaakt, zorgen ervoor dat industriële bedrijven zich eens te meer realiseren dat de beschikbaarheid van voldoende water van de juiste kwaliteit niet vanzelfsprekend is. Ze zijn zich bewust geworden van de risico’s op het gebied van waterbeschikbaarheid en van de noodzaak om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Steeds meer bedrijven hebben een watervisie en leggen verantwoording af over de realisatie daarvan. Bedrijven waar de verduurzaming van watergebruik nog in de kinderschoenen staat, pakken naar verwachting de komende jaren de handschoen op en zullen op dit terrein stevige stappen zetten.
Roy Tummers
Directeur Water VEMW
rt@vemw.nl | 0348 48 43 52
Google+