Elektrificatie is voor veel bedrijven een van de belangrijkste mogelijkheden om te verduurzamen. Maar wat nu als de netbeheerder niet thuis geeft omdat het elektriciteitsnet vol is en je dus geen extra capaciteit kunt krijgen? Moeten de duurzaamheidsdoelstellingen dan de ijskast in? Wij vroegen twee van onze leden wat de huidige congestieproblematiek voor ze betekent en hoe ze daarmee omgaan.
Energiecoördinator Sharique Nabi van ofi:
Voedingsmiddelenbedrijf ofi (olam food ingredients) zet vol in op verduurzaming. Elektrificeren is daarbij al lange tijd een van de speerpunten. De boodschap van netbeheerder Liander dat ofi door de huidige netcongestie geen uitbreiding van de contractcapaciteit kon krijgen, kwam daarom zeer ongelegen. “Dat zou betekenen dat we niet de gewenste milieumaatregelen konden nemen”, vertelt Sharique Nabi, energiecoördinator bij ofi. “Gelukkig zijn we toch tot een oplossing gekomen en heeft Liander de netbeperking tijdelijk voor ons opgeheven.”
Nabi vertelt dat ofi continu bezig is met de energietransitie. Het bedrijf is steeds op zoek naar manieren om de impact op het milieu terug te dringen en ziet elektrificeren als een van de belangrijkste instrumenten. “Sinds de beruchte brief van (oud-minister) Wiebes in 2018, waarin duidelijk werd dat we versneld van het Groningse gas af moesten, is dat in een stroomversnelling geraakt”, vertelt hij. “En de energiecrisis als gevolg van de oorlog in Oekraïne deed daar nog een schepje bovenop.”
Nabi licht toe dat de gestegen behoefte aan elektriciteit niet te maken heeft met uitbreiding van de productie, maar vooral met milieumaatregelen. Zo besloot ofi om een gasturbine uit te faseren en meer elektriciteit in te kopen in plaats van op te wekken. Hiermee is een drastische reductie van scope 1 en 2 uitstoot gerealiseerd, in combinatie met inkoop van 100% groene elektriciteit. “Maar dan moesten we wel ons gecontracteerd transportvermogen kunnen verhogen. En dat leek in eerste instantie niet te lukken.” Hij vertelt dat ofi net boven de contractcapaciteit raakte en verschillende waarschuwingen van Liander kreeg. Overschrijding kan namelijk de veiligheid en betrouwbaarheid van het openbare elektriciteitsnet in gevaar brengen.
‘We hebben nu voorlopig even genoeg capaciteit om de noodzakelijke milieumaatregelen door te zetten. Daar zijn we heel blij mee.’
Hoe nu verder? Nabi zocht contact met de adviseurs van VEMW en liet zich goed adviseren. En omdat ofi niet het enige bedrijf in de Zaanstreek is dat tegen netcongestie aanloopt, ging hij ook het gesprek aan binnen Zaanstad Maakstad, een ondernemersvereniging van Zaanse industriële bedrijven. “Maar het belangrijkste is wel dat we het gesprek met Liander zijn aangegaan”, vindt Nabi. “We hebben een aantal medewerkers van de netbeheerder hier op bezoek gehad en laten zien waar we bij onze verduurzamingsmissie tegenaan lopen. Wij konden laten zien welke stappen zijn ondernomen om energie-efficiënter te worden in de afgelopen jaren om een ISO 50001 gecertificeerd bedrijf te worden en hoe we onze processen en organisatie continu aanpassen om energieverbruik en uitstoot te reduceren. Of dat de doorslag heeft gegeven, weet ik natuurlijk niet, maar uiteindelijk heeft Liander toch nog wat ruimte gevonden in het net. We hebben nu voorlopig even genoeg capaciteit om de noodzakelijke milieumaatregelen door te zetten. Daar zijn we heel blij mee.”
Samenwerking is volgens Nabi de sleutel om problemen als deze te tackelen. Hij vindt het niet terecht om de schuld alleen bij TenneT en de regionale netbeheerders te leggen. “We moeten ook naar de politiek kijken en de ACM. Het heeft wat mij betreft sowieso weinig zin om een schuldige aan te wijzen. We kunnen onze energie beter steken in het vinden van een oplossing. En die zit vooral in samenwerking. Samenwerken met andere bedrijven, met lokale overheden, met de netbeheerder, met kennisinstituten en belangenbehartigers. Ik ben een optimistisch mens: we komen hier heus wel uit.”
Serge Lochtman, Principal Process Engineer bij zetmeelproducent Tate & Lyle:
“Duurzaamheid is voor Tate & Lyle een belangrijk aandachtspunt: Caring for our Planet is niet voor niets een van onze drie ambitie-slogans. Een van onze doelen is om voor 2030 onze CO2-uitstoot met 30% terug te dringen ten opzichte van 2019. Elektrificatie is daarvoor een belangrijk instrument en bij processen tot 200 of 210 graden ook de meest voor de hand liggende oplossing, waarvoor ook al technieken op de markt beschikbaar zijn. Voor die overstap naar elektriciteit zitten we nu nog in de exploratieve fase. We doen onderzoek naar de mogelijkheden en kijken onder meer naar e-boilers en warmtepompen. De komende jaren willen we dit soort projecten gaan uitrollen. Maar daarvoor is het absoluut nodig dat we over voldoende elektriciteit kunnen beschikken. En dat lijkt vooralsnog de bottleneck te zijn.”
“Een gedeelte van onze aanstaande elektrificering kunnen we nog opvangen met onze huidige aansluiting, maar die is onvoldoende om de gestelde targets te halen. Zonder uitbreiding van de capaciteit van onze netaansluiting, gaan we onze doelen niet bereiken. Vanwege de bekende congestieproblemen kan Liander ons niet helpen. We onderzoeken of TenneT dat wel kan, aangezien TenneT op dit moment in deze regio geen congestie heeft. We hebben goede hoop dat die samenwerking tot stand kan komen.”
‘De overheid moet nu echt doorpakken en zicht bieden op een oplossing voor 2030.’
“Maar dat betekent niet dat ik me geen zorgen maak over de congestieproblematiek in Nederland. Ik blijf me erover verbazen dat het zo lang duurt voordat er echt actie wordt ondernomen, terwijl we toch met z’n allen zien dat er geen tijd te verliezen is. Wij zitten in ieder geval niet stil. We voeren onder meer gesprekken binnen de ondernemersvereniging Zaanstad Maakstad over het onderwerp energietransitie en kijken daar hoe we gezamenlijk kunnen optrekken. We onderzoeken bijvoorbeeld de mogelijkheden van het beschikbaar maken van waterstof in onze regio. Daarnaast is het belangrijk dat wij als industrie – met hulp van VEMW – blijven benadrukken dat de overheid nu echt moet doorpakken en zicht moet bieden op een oplossing voor 2030, zodat bedrijven in staat worden gesteld hun ambities en die van de samenleving waar te maken.”
Google+