In 2017 werd Gertjan voorzitter van VEMW. Hij kende de vereniging vanuit zijn functie bij GasTerra en wilde zich er graag voor inzetten. “VEMW had in 2016 het rapport ‘Samen op weg naar minder’ uitgebracht, waarin VEMW als vertegenwoordiger van de Nederlandse energie-intensieve industrie haar visie uiteenzet op de klimaatopgave. Zij stak daarin ook zelf de nek uit en gaf aan dat de industrie niet het probleem wilde zijn, maar juist een deel van de oplossing. Ik vond dat enorm inspirerend en van zo’n club wilde ik wel voorzitter zijn.”

Acht jaar lang mocht Gertjan die functie vervullen en in die periode heeft VEMW veel mooie dingen bereikt. “Maar natuurlijk lang niet alles wat we wilden bereiken”, tekent hij eerlijk aan. “Onze lat ligt hoog en we zijn helaas geen Duplantis die met zijn polsstok de grenzen steeds oprekt.” Toch is de scheidende voorzitter blij met wat er wel gerealiseerd is. Hij benadrukt dat het wat hem betreft om de uitvoering van plannen moet gaan en niet alleen om het bedenken ervan. “Ik heb zelf lang bij de overheid gewerkt en weet dat ministeries meer zijn ingericht op het maken van beleid dan op de uitvoering. Wij speelden en spelen als vereniging een heel belangrijke rol bij de praktische invulling. En ik ben blij dat ik daaraan een steentje heb kunnen bijdragen. Onder meer door deel te nemen aan de Klimaattafel voor de industrie en door voorzitter te zijn van het Koplopersoverleg, waarin de zes industrieclusters samenwerken aan de uitvoering van het Klimaatakkoord.”

Gertjan is ervan overtuigd dat de industrie een essentiële rol speelt in de energietransitie. De grote investeringen die netbeheerders moeten doen, zijn haalbaar door de vraag van de industrie. “En een gezonde infrastructuur helpt vervolgens ook andere sectoren om te verduurzamen”, legt hij uit. “Daar komt bij dat de industrie ook veel producten maakt die we nodig hebben om te verduurzamen.” Gertjan zegt niet vrolijk te worden van het beeld dat ‘de maatschappij’ van de industrie heeft. Op weg naar een CO₂-vrije samenleving helpt het volgens hem niet om naar elkaar te wijzen en de verantwoordelijkheid steeds af te schuiven. “We moeten het echt gezamenlijk doen. Ja, de industrie moet daarbij vooroplopen, maar dat lukt alleen als de infrastructuur op orde is. Als de sector de gestelde doelen niet haalt, is het wel zaak dat we ook eerlijk benoemen waarom dat niet lukt. Haalt de industrie haar doelen niet of zijn het eigenlijk de netbeheerders?” Dat de industrie bereid is om te verduurzamen, is volgens Gertjan klip en klaar. Hij merkte in zijn werk als voorzitter steeds weer dat dit niet alleen te maken heeft met de druk vanuit de overheid. “In die bereidheid zit beslist ook intrinsieke motivatie.”

In de afgelopen acht jaar zag de voorzitter de werkwijze binnen de vereniging veranderen. Corona speelde daarbij een grote rol en zorgde voor een omslag van fysieke bijeenkomsten naar digitaal overleg. “We organiseren bijvoorbeeld veel webinars en het is voor leden heel gemakkelijk om daarbij aan te sluiten. Maar het blijft belangrijk om elkaar echt te ontmoeten, dus helemaal digitaal gaan we zeker niet.” Ook op het bureau zag Gertjan het een en ander veranderen. ‘Oudgedienden’ maakten plaats voor nieuwe collega’s. “We hebben een topteam, met een mooie mix van ervaring en frisse inbreng. Daarmee kan mijn opvolger uitstekend uit de voeten.”