Klimaat

Het KNMI heeft vier klimaatscenario's gepubliceerd. Alles wijst erop dat we vaker droge jaren gaan krijgen en de industrie zal daarop moeten anticiperen. Toekomstige waterschaarste vereist strategische planning en samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap. Stabiliteit en betaalbaarheid van water zijn gezamenlijke verantwoordelijkheden. 

KNMI'23-klimaatscenario's: wat betekenen ze voor industriële watergebruikers?

In oktober 2023 publiceerde het KNMI de KNMI'23-klimaatscenario's: vier nieuwe scenario’s die schetsen hoe het toekomstige klimaat in Nederland eruit kan zien. Deze klimaatscenario’s zijn een vertaling van de wereldwijde klimaatmodellen van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change van de Verenigde Naties) naar Nederland. We vroegen Rubert Konijn, bij het KNMI verantwoordelijk voor de klimaatportefeuille, wat de scenario’s betekenen voor industriële watergebruikers.

Hoe zien de vier klimaatscenario’s er grofweg uit?

“Op de eerste plaats kijken we naar de CO2-uitstoot, een ontzettend belangrijke factor. We werken met twee scenario’s. In het lage scenario wordt de uitstoot snel verminderd en in het hoge scenario neemt die juist toe. In de eerste situatie gaan we uit van een mondiale opwarming rond 2100 van ongeveer 1,7°C en bij toenemende uitstoot van ongeveer 4,9°C. Voor deze twee uitstootscenario’s laten we vervolgens ook nog een droge en een natte variant zien. In het droge scenario is sprake van winters die licht vernatten en zomers die sterk verdrogen. In het natte scenario zien we juist de winters sterk vernatten en de zomers licht verdrogen. Duidelijk is in ieder geval wel dat de Nederlandse zomers droger en de winters natter worden.”

Leiden de nieuwe scenario’s tot nieuwe inzichten?

“Ten opzichte van eerdere scenario’s valt vooral de droogte op. We moeten weliswaar oppassen dat we klimaatverandering niet verwarren met de grilligheid van het weer, maar alles wijst erop dat we vaker droge jaren krijgen. In het hoogste scenario zou het zelfs zo kunnen zijn dat de nu 5% droogste jaren op termijn normale jaren worden.”

Wat betekent dit voor watergebruikers, de industrie in het bijzonder?

“Het is belangrijk dat we ons realiseren dat water schaarser zal worden. Jaarrond over voldoende water kunnen beschikken, zal geen vanzelfsprekendheid meer zijn. Dat betekent automatisch dat we voor ingewikkelde discussies en lastige afwegingen komen te staan. Wie krijgt het schaarse water dat er nog is? Water zal veel meer een strategische grondstof worden.”

Kunnen bedrijven zich op enige manier voorbereiden?

“Het is sowieso goed om na te denken over de mogelijke scenario’s. Mijn advies zou zijn om daar op tijd mee te beginnen. Als het echt crisis is, ben je te laat. Als jij als ondernemer erg gevoelig bent voor droogte is het bijvoorbeeld belangrijk om in kaart te brengen wat het meest droge scenario voor jou betekent. Je kunt dan eens denken aan manieren om water vast te houden en zo een buffer te creëren voor droge periodes. Daarbij is het essentieel dat je kunt vertrouwen op goede sturingsinformatie: wanneer en waar valt die bui en hoe gedragen de rivierafvoeren zich? Gelukkig wordt de weersverwachting steeds beter en kunnen we langer vooruit kijken en plannen. Natuurlijk moet de industrie daarnaast blijven zoeken naar mogelijkheden om water te besparen. Maar ik realiseer me ook dat zolang water goedkoop is, die prikkel er nauwelijks is.”

Hoe kunnen we gezamenlijk de uitdagingen aanpakken die voortkomen uit de klimaatverandering?

“Het is belangrijk dat er stabiliteit is en blijft in de beschikbaarheid en betaalbaarheid van water. Dat is een opgave waar veel partijen een rol in moeten spelen: de overheid, het bedrijfsleven, wetenschap, het KNMI en ook een organisatie als VEMW. We staan voor een grote uitdaging en daarbij kan niemand wegkijken.”