Klimaat

Klimaat

De Nederlandse industrie is cruciaal voor de energietransitie. Hoewel de politiek dat steeds meer inziet, zijn concrete acties nodig om belemmeringen zoals hoge lasten en netcongestie weg te nemen. De industrie kan met langetermijncontracten en investeringen in duurzaamheid, zoals waterstof en windenergie, een belangrijke rol spelen.

Hans Grünfeld:

“Nederlandse industrie cruciaal voor energietransitie”

VEMW maakt zich al geruime tijd zorgen over het vestigingsklimaat voor de industrie. Gelukkig lijkt de politiek het belang van de Nederlandse industrie steeds meer te onderkennen en wordt het wantrouwen ten opzichte van de sector minder. Belangrijk, want de industrie is in onze optiek het vliegwiel voor de energietransitie. Om die rol echt te kunnen vervullen, moet het veranderde sentiment echter snel worden omgezet in daden.

“Laat er geen misverstand over bestaan: wij staan positief tegenover een versnelling van de industrie- en energietransitie. Maar dan moeten bedrijven wel voldoende handelingsperspectief krijgen”, vindt Hans Grünfeld, algemeen directeur van VEMW. “Dat is niet alleen belangrijk voor de bedrijven zelf, maar ook voor de Nederlandse economie.” Hij schetst dat de industrie een grote rol speelt in het verdienvermogen van BV Nederland. Er werken zo’n 750.000 mensen in de industrie en de sector draagt flink bij aan de exportwaarde van ons land. “Daarnaast – en dat wordt nogal eens over het hoofd gezien – is de industrie heel belangrijk voor de verduurzaming van de samenleving. Kijk bijvoorbeeld naar waterstof. Deze energiedrager kan een cruciale rol gaan spelen in de verduurzaming en Nederland wil daarin voorop lopen. Maar om een serieuze waterstofeconomie op te zetten, hebben we de schaal van de industrie nodig. En dat geldt ook voor windparken op zee. Investeerders willen zekerheid over de afname van windenergie en de industrie kan daar met langetermijncontracten voor zorgen.”

Hans Grünfeld

Algemeen directeur

We hebben de schaal van de industrie nodig

Kwetsbaar

De verwevenheid tussen de industrietransitie en de energietransitie is dus groot en daardoor kan de industrie als vliegwiel functioneren en de maatschappelijke transitie op snelheid brengen. Daar komt nog eens bij dat de industrie materialen en producten maakt die nodig zijn voor nieuwe, duurzame energiebronnen. “Denk aan metalen voor windmolens en zonnepanelen”, illustreert Hans. “En ja, die kunnen we uit het buitenland halen, maar als het goed is hebben we op dat vlak onze lessen wel geleerd. De coronacrisis en de geopolitieke ontwikkelingen in Rusland en China lieten en laten onze kwetsbaarheid zien als we volledig afhankelijk zijn van het buitenland. Ook circulariteit draagt bij aan verduurzaming en daar hebben we de industrie eveneens voor nodig. Bedrijven die karton verwerken bijvoorbeeld, of PET-flessen recyclen.”

Nog te veel belemmeringen

We zien inmiddels dat verschillende politieke partijen, van links tot rechts, het belang van een stabiele Nederlandse industrie steeds meer onderkennen. Maar dat is niet voldoende, benadrukt Hans. “Om de bedrijven hier te houden, moeten we echt investeren in een beter vestigingsklimaat. Er moet sprake zijn van een gelijk speelveld en dus moet er een oplossing komen voor de forse lastenverzwaring waarmee de Nederlandse industrie te maken heeft, onder meer door de hoge nettarieven en de CO2-heffing. Daarnaast is het essentieel dat de industrie haalbare verduurzamingsmogelijkheden krijgt. Want als we nu de balans opmaken, zien we dat er nog te veel belemmeringen zijn. Elektrificeren lukt vaak niet vanwege netcongestie, CO2-opslag is lastig door het ontbreken van een goed marktmodel en groene waterstof komt nog maar langzaam van de grond. Dus ja, wij zijn blij met het positieve signaal van de politiek, maar zien dat graag vertaald in concrete maatregelen.”