Water

Hans de Groene, directeur van Vewin, vindt dat de leveringsplicht voor drinkwater niet beperkt moet worden tot huishoudelijk gebruik, maar ook voor zakelijke afnemers moet gelden. Inperking kan negatieve gevolgen hebben voor het vestigingsklimaat en waterbeheer. Hij pleit voor duidelijke wetgeving en maatregelen om waterschaarste aan te pakken.

Hans de Groene, directeur Vewin

 “Leveringsplicht drinkwater behouden én verduidelijken”

Omdat voor de drinkwatervoorziening steeds meer knelpunten dreigen, gaan er geluiden op dat de leveringsplicht van drinkwaterbedrijven en zorgplicht van overheden alleen moeten gelden voor het huishoudelijk gebruik van drinkwater. Een dergelijke interpretatie van de Drinkwaterwet heeft grote gevolgen voor het bedrijfsleven. Wij vroegen Hans de Groene, directeur van Vewin, de koepel van de tien Nederlandse drinkwaterbedrijven, hoe hij tegen dit vraagstuk aankijkt.

Er is sprake van een leveringsplicht en een zorgplicht. Wat is het verschil?

“De openbare drinkwatervoorziening wordt geregeld in de Drinkwaterwet. Daarin staat dat drinkwaterbedrijven een leveringsplicht hebben: zij zijn verplicht om drinkwater te leveren aan degene die daarom verzoekt. De keerzijde van die medaille is dat overheden een zorgplicht hebben: zij moeten zich inspannen om het drinkwaterbedrijven mogelijk te maken hun wettelijke taak uit te voeren.”

Hoe is de discussie over de leveringsplicht ontstaan?

“De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt namens de minister toezicht op de drinkwatertarieven. Sinds een paar jaar vraagt de ILT of het water dat drinkwaterbedrijven aan grootzakelijke afnemers leveren wel onder de definitie van ‘drinkwater’ valt. Daarnaast hebben provincies bij de totstandkoming van de Beleidsnota Drinkwater 2021-2026 aandacht voor dit onderwerp gevraagd. Zij willen graag dat er onderzoek wordt gedaan naar de reikwijdte van de zorgplicht van overheden. Beide invalshoeken neigen naar het smaller uitleggen van die leveringsplicht en zorgplicht.”

Hoe kijkt Vewin tegen deze discussie aan?

“Wij vinden het een ongelukkige discussie. Het risico van het inperken van de leveringsplicht is dat zakelijke afnemers niet meer verzekerd zijn van drinkwater. Die onzekerheid is slecht voor het vestigingsklimaat en voor de werkgelegenheid. Het kan bovendien betekenen dat grote bedrijven zelf op zoek gaan naar een watervoorziening en die versnippering draagt niet bij aan een beter en verstandiger waterbeheer. Wij zijn van mening dat de leveringsplicht en zorgplicht ook moeten gelden voor zakelijke afnemers. Wel met de aantekening dat we goed moeten kijken welke zakelijke afnemers water van drinkwaterkwaliteit nodig hebben. Daar mogen we zeker kritischer op worden.”

Welke stappen heeft Vewin ondernomen?

“Wij zijn hierover in gesprek met het ministerie en voeren ook gesprekken met bijvoorbeeld VEMW, VNO-NCW en de voedingsmiddelen- en farmaceutische industrie. Demissionair minister Mark Harbers heeft aangegeven dat hij onze zorgen deelt en wel wat ziet in een leveringsplicht aan zakelijke afnemers die drinkwaterkwaliteit nodig hebben. De conclusie van deze hele discussie is dat de wet duidelijker moet worden. Wij trekken samen met VEMW op om die aanpassing handen en voeten te geven.”

Is aanpassing van de wet een oplossing voor de dreigende waterschaarste?

“Zeker niet. Of een bedrijf nu drinkwater nodig heeft of ‘ander water’: het verandert de waterbehoefte niet. Als je knelpunten wil voorkomen, heb je andere maatregelen nodig. Enerzijds moeten we het aanbod vergroten en moeten drinkwaterbedrijven de ruimte krijgen om productiecapaciteit bij te bouwen. Aan de andere kant moeten we ons inspannen voor het beheersen van de vraag. En daarbij speelt het nationaal plan van aanpak drinkwaterbesparing een belangrijke rol. Daarin wordt grootzakelijke afnemers gevraagd om in 2035 20% minder drinkwater te gebruiken. Het is goed om te zien dat dit onderwerp inmiddels bij veel bedrijven hoog op de agenda staat.”

Hans de Groene

directeur Vewin